Kennis

Het concurrentiebeding en relatiebeding in een contract voor bepaalde tijd

Het opnemen van een concurrentiebeding en een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is niet toegestaan, tenzij een werkgever een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft waardoor het noodzakelijk is voor de werkgever om een concurrentiebeding of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen (artikel 7:653 BW). In dat geval moet een werkgever het beding schriftelijk motiveren met dit zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang.  De motivering moet toegespitst zijn op de specifieke werkzaamheden van de werknemer of een specifieke functie. Het mag geen standaardmotivering zijn.

Rechtspraak

Sinds 1 januari 2015 is het concurrentiebeding en relatiebeding verboden in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (lees hier meer). In de 2,5 jaar sinds, zijn er een aantal belangrijke conclusies die wij uit de relevante rechtspraak hieromtrent kunnen trekken:

  1. De Hoge Raad heeft nu officieel bepaald dat een relatiebeding onder de regels van een concurrentiebeding valt, omdat een relatiebeding – net als een concurrentiebeding – de werknemer op zekere wijze belemmert om elders werkzaam te zijn. (HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:364)
  2. Uit de motivering van het concurrentiebeding moet blijken dat er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen die het voor de werkgever noodzakelijk maken om een concurrentiebeding of relatiebeding overeen te komen met werknemer. De motivering moet toegespitst zijn op de specifieke werkzaamheden van de werknemer of een specifieke functie. Het mag geen standaardmotivering zijn. De rechters stellen strenge eisen aan de motivering, waarbij de ene rechter kritischer is dan de andere rechter. Zo bepaalde de kantonrechter in Amsterdam dat de motivering van een te algemene strekking was en onvoldoende toegespitst op de werknemer. De kantonrechter in Arnhem daarentegen vond een vrij algemeen geformuleerde motivering die niet toegesneden was op een functie of persoon, voldoende. (Ktr. Amsterdam, 24 maart 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1680 en Ktr. Arnhem 9 februari 2016 ECLI:NL:RBGEL:2016:1385)
  3. Als de motivering ontbreekt, dan is het concurrentiebeding nietig (dat wil zeggen dat het beding niet bestaat en nooit heeft bestaan). De werkgever kan er dan later geen beroep meer op doen. De werkgever kan dit later ook niet herstellen met een aanvullende overeenkomst waarin de motivering alsnog is bijgevoegd. Ook kan de werkgever de motivering niet bij de rechter ter zitting aanvullen.
  4. Een concurrentiebeding en een relatiebeding die zonder motivering opgenomen zijn in een arbeidsovereenkomst, maar daarna zijn herbevestigd in een tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het dienstverband, blijven desalniettemin nietig. (Ktr. Den Haag 11 april 2017, nr. 5582828/16-34051).
  5. De motivering moet ook worden opgenomen in het geval een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na 1 januari 2015 (stilzwijgend) wordt verlengd.
  6. Het zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang van de werkgever moet er zijn ten tijde van het aangaan van het beding, maar ook tijdens de looptijd van het beding (dus de periode na einde van de arbeidsovereenkomst).

Advies Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch

Het hof ‘s-Hertogenbosch deed op 7 mei 2019 een duidelijke uitspraak, waarin zij een advies gaf omtrent het voldoende motiveren van een concurrentiebeding. In deze zaak bleek in hoger beroep dat werkgever de motivering van het non-concurrentiebeding zoals dat is opgenomen in de arbeidsovereenkomst met werknemer gebruikte voor de commerciële functies bij werkgever. De motivering was uitgebreid en luidde als volgt:

Werknemer erkent dat, gelet op de functie van werknemer, er een zwaarwegend belang bestaat voor het opnemen van een concurrentie- en relatiebeding in deze overeenkomst. Werknemer beschikt over bijzondere en bedrijfsspecifieke kennis, gegevens en vaardigheden welke, indien deze worden ingezet in strijd met artikel 15, zwaarwegende nadelige gevolgen kunnen veroorzaken voor werkgever/het bedrijf en daarmee het bedrijfsbelang. Werknemer heeft zeer veel klantcontact, beschikt over klant- en prospectgegevens, heeft inzage in prijsstelling, het marktbewerkingsplan en financiele gegevens inzake omzet, marge, winst c.q. verlies. Wanneer deze informatie bij concurrerende bedrijven terecht komt, of wordt gebruikt bij een concurrerend bedrijf, zal dit werkgever direct schaden doordat de concurrent met deze informatie prijsbeleid en marktbewerking kan afstemmen.”

De werkgever spitste daarbij de tekst dus niet toe op de specifieke functie of op de persoon met wie de arbeidsovereenkomst werd gesloten. Het hof oordeelde dat deze motivering niet strookt met de door de wetgever gewenste specifieke afweging en motivering per geval. Daarmee is volgens het hof niet voldaan aan de aan artikel 7:653 lid 2 BW ten grondslag liggende bedoeling en daaruit voortvloeiende motiveringseis, zodat het concurrentiebeding niet rechtsgeldig is. De vorderingen van werkgever werden daarom afgewezen.

Omdat de werkgever ter zitting aangaf dat hij niet inzag hoe hij dan wel een afdoende motivering had moeten geven, heeft het hof uitgelegd dat de werkgever dat kon doen door de motivering van het concurrentiebeding specifieker toe te snijden op de werkzaamheden die werknemer feitelijk vervulde. Door de motivering bijvoorbeeld uit te breiden met de toelichting dat (zoals hier het geval was) werknemer alle lease-aanvragen behandelde, dat hij de digitale prijslijsten van de afdeling verkoop maakte, dat hij betrokken was bij de rapportages over verkoopkansen, dat hij de sleutelfiguur op de binnendienst was en dat hij toegang had tot alle informatiekanalen en vertrouwelijke documenten.

Voorbeelden motivering

Om een idee te geven van een volgens de rechter voldoende motivering van een concurrentie- of relatiebeding in een contract voor bepaalde tijd, heb ik hieronder een aantal voorbeelden opgenomen:

A. Functie werknemer: Sales & relatiebeheer. In onderstaande motivering van een concurrentiebeding ging het om een werknemer die vanuit zijn functie acquireerde en relaties van werkgever beheerde. In de arbeidsovereenkomst was de volgende motivering gegeven:

“Werknemer verkrijgt in de uitoefening van zijn functie toegang tot alle essentiële bedrijfsgegevens, waaronder die met betrekking tot door werkgever gevoerde prijstactieken en prijsstellingen, volumes en andere strategische kennis en/of heeft contact met klanten en verkrijgt inzicht in de met klanten af te sluiten overeenkomsten, de daaraan ten grondslag liggende prijs-tactieken en prijsstellingen, volumes en andere strategische kennis. Tevens heeft werknemer dientengevolge inzicht in de werkwijze van werkgever. Deze informatie kan worden gekwalificeerd als essentiële bedrijfsinformatie en concurrentiegevoelig, reden waarom werkgever deze, als zijnde een zwaarwegend bedrijfsbelang, dan ook wenst te beschermen. In verband hiermee is het werknemer verboden om gedurende de arbeidsovereenkomst en gedurende 1 jaar na beëindiging hiervan in dienst te treden bij dan wel op enige wijze betrokken te zijn bij, de directe concurrenten van werkgever, zijnde (*).” (Ktr. Utrecht 19 februari 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:1216)

B. Functie werknemer: Monteur. In onderstaande motivering van een concurrentiebeding ging het om een zwembadmonteur die regelmatig onderhoudswerkzaamheden verrichtte bij de belangrijkste klanten van werkgever, waardoor hij kennis had van de aldaar aangebrachte installaties alsmede van de prijsstelling van de diverse producten, omzetten en bedrijfsresultaten:
Het opnemen van het bovengenoemde concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is noodzakelijk vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen van de werkgever. Er is sprake van zwaarwegende bedrijfsbelangen van de werkgever omdat: (i) tot de werkzaamheden van de werknemer behoort dat hij kennis neemt van klantenlijsten / prijslijsten / kostprijzen / leveranciersgegevens / werkwijzen / know-how, met name deze klantenlijsten/prijslijsten/kostprijzen/leveranciersgegevens/werkwijzen/know-how bepalend zijn voor het succes van de onderneming van de werkgever; (ii) kennisname van deze klantenlijsten / prijslijsten / kostprijzen / leveranciersgegevens / werkwijzen / computerprogrammatuur / know-how door directe concurrenten van de werkgever er toe kan leiden dat de werkgever grote schade ondervindt in de vorm van toenemende concurrentie door deze concurrenten; (iii) de onderneming van de werkgever zijn producten/diensten aanbiedt binnen het gebied dat hierboven is beschreven; (iv) de werkgever er een zwaarwegend belang bij heeft te voorkomen dat concurrenten in het hierboven beschreven gebied op oneigenlijke wijze kennis nemen van deze klantenlijsten / prijslijsten / kostprijzen / leveranciersgegevens / werkwijzen / know-how door de werknemer in dienst te nemen of op andere wijze van zijn diensten gebruik te maken.” (Hof Arnhem-Leeuwarden 2 augustus 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6261 en Ktr. Arnhem 9 februari 2016 ECLI:NL:RBGEL:2016:1385)

Toekomst

In het Regeerakkoord Kabinet Rutte-III zijn geen wijzigingen aangekondigd op het vlak van het concurrentie- of relatiebeding, zodat in de toekomst van de huidige regels en rechtspraak uitgegaan dient te blijven. Lees hier over de arbeidsrechtelijke gevolgen van het Regeerakkoord Kabinet Rutte-III.