Kennis

Ondernemingsrecht

Wat is een V.O.F. (vennootschap onder firma)?

De V.O.F. is een samenwerkingsverband tussen 2 of meer (rechts)personen die onder gemeenschappelijke naam een bedrijf uit oefenen. De V.O.F. bezit geen rechtspersoonlijkheid, het is een personenvennootschap.  Het aangaan of het tot stand brengen van een V.O.F. is niet aan vormvereisten gebonden. Dat wil zeggen dat om als V.O.F. te opereren de deelnemende (rechts)personen vrij zijn om al dan niet een samenwerkingsovereenkomst op te stellen, onderhands of bij notariële akte. Maar alleen de partijafspraak is ook voldoende. Er heerst dus geen wettelijke verplichting tot het doen laten opstellen van een notariële akte, zoals wel het geval is bij de oprichting van een B.V. of een N.V. Dat neemt niet weg dat de vennoten bij aanvang van de samenwerking of op een later tijdstip de onderlinge rechtsverhoudingen veelal wel willen vastleggen in een onderhandse of notariële samenwerkingsovereenkomst. Het is echter geen ontstaan- of bestaansvoorwaarde voor de V.O.F.

Een belangrijk kenmerk dat de V.O.F. onderscheidt van andere personenvennootschappen of rechtspersonen is dat de vennoten het doel hebben om op onderlinge voet van gelijkheid, zonder dat er tussen de vennoten sprake is van een onderlinge hiërarchische verhouding, samen te werken om een gemeenschappelijk vermogensrechtelijk voordeel te behalen en het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen. Iedere vennoot moet dan ook recht hebben op een bepaald winstdeel. Daarnaast legt de wet de vennoten de verplichting op jegens elkaar om iets in de gemeenschap in te brengen. Dit iets moet wel een relatie hebben met het doel van de samenwerking en moet leiden tot het behalen van het gezamenlijke voordeel. De inbreng kan bestaan uit geld, goederen, know-how, arbeid, het genot van goederen, klantcontacten etc. Inbreng van toekomstig te verrichten arbeid is een veel voorkomende inbreng en basis voor de V.O.F.  Hoofdregel is dat de inbreng in juridische zin gaat behoren tot het vermogen van de V.O.F.  Alle vennoten hebben daar dan ‘recht’ op. Afgesproken kan ook worden dat alleen het genot van de inbreng wordt ingebracht. Het juridische eigendom blijft dan berusten bij de inbrenger.

Het tweede belangrijke kenmerk van de V.O.F. is de samenwerking zelf. Krachten worden gebundeld in de vorm van een samenwerking om vermogensrechtelijk voordeel gezamenlijk te behalen.  Het persoonlijke karakter van de samenwerking staat centraal. De samenwerking kan betrekking hebben op een bepaald project, op een bepaalde opdracht maar kan ook voor een bepaalde tijdsduur worden aangegaan of een duurzaam karakter hebben.Omdat de persoonlijke samenwerking centraal staat, heeft de wetgever het standpunt ingenomen dat indien een van de vennoten wil uittreden dit uittreden leidt tot ontbinding van de V.O.F.  In veel gevallen is dit echter niet wenselijk. De achterblijvende vennoten willen wellicht de V.O.F. voortzetten of een nieuwe vennoot laten toetreden. Derhalve wordt vaak in het V.O.F. contract een bepaling hierover opgenomen, het voortzettingsbeding. Het voortzettingsbeding geeft het recht aan de achterblijvende vennoten om de V.O.F. voort te zetten.

Een derde belangrijke kenmerk van een V.O.F. is dat iedere vennoot bevoegd is de vennootschap te vertegenwoordigen, zo bepaalt de wet. Deze algehele externe vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt begrenst door het doel waarmee de vennootschap is opgericht. Daarnaast kunnen de vennoten onderling uiteraard deze vertegenwoordigingsbevoegdheid beperken. Om deze beperking goed zijn werking te laten doen ten aanzien van derden is het verstandig deze in te schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Veelal zien de beperkingen op het aangaan van financiële verplichtingen boven een bepaald bedrag ofwel dat het aangaan van bepaalde verplichtingen alleen tezamen met alle andere of een dan wel meerdere andere vennoot kan worden aangegaan.

Het vierde belangrijke kenmerk van een V.O.F. is de hoofdelijke aansprakelijkheid van alle vennoten. Deze aansprakelijkheid ziet niet alleen op crediteuren maar op al hetgeen waartoe te vennootschap gehouden is. Belangrijk is te beseffen dat crediteuren niet gehouden zijn eerst de vennootschap aan te spreken. Zij kunnen zich ook rechtstreeks of gelijktijdig wenden tot een of meerdere vennoten. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt onverkort voor alle vennoten, dus ongeacht de omvang van de bevoegdheid om de vennootschap te vertegenwoordigen. De vennootschap heeft wel een afgescheiden vermogen. Het privé vermogen van de vennoten is dus in zekere mate beschermd. Het afgescheiden vermogen betekent dat privé schuldeisers zich niet kunnen verhalen op het gemeenschappelijke vermogen van de vennootschap. Aan de andere kant betekent dit dat schuldeisers van de vennootschap zich alleen dan op het privé vermogen van de vennoten kunnen verhalen indien het gemeenschappelijke vermogen van de vennootschap niet toereikend blijkt te zijn.

Ook al is de V.O.F. geen rechtspersoon, de wetgever heeft inschrijving van de V.O.F. bij de Kamer van Koophandel verplicht gesteld. Deze verplichting rust op een ieder der vennoten. Het niet voldoen aan deze verplichting is strafbaar gesteld.  Schrijft een van de vennoten de V.O.F. in bij de KvK dan is de verplichting van de andere vennoten daarmee opgeheven.

En ook al is de V.O.F. geen rechtspersoon, de wet verplicht de V.O.F. toch een administratie te voeren waaruit ten alle tijden de rechten en de verplichtingen kunnen worden opgemaakt. Dit is wenselijk omdat de V.O.F. een bedrijf uitoefent. Deze plicht geldt voor de vennootschap maar ook voor alle individuele vennoten zelf. Er dient dus een balans van het boekjaar voorhanden te zijn. Een deponeringsplicht of accountantscontrole wordt daar-en-tegen niet door de wet voorgeschreven.